De leerlingen werden verdeeld in twee groepen.
De twee groepen stonden tegenover elkaar.
De leerlingen moesten een opgegeven zin op een bepaalde manier zeggen tegen de andere groep (met een bijpassende beweging).
De andere groep antwoordde dan door de zin op een totaal andere manier te zeggen.
De zin luidde als volgt: Wij hebben geen probleem, wij hebben geen probleem, misschien is er met jullie wat, maar wij hebben geen probleem.
Dit waren de manieren waarop het gezegd werd:
boos - verdrietig
blij - opscheppend
Dit zijn de beeldresultaten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten